Huizen

Op zaterdag 6 augustus vertrekken we van IJsseloog. Het is droog maar bewolkt. Niet koud gelukkig. Na Ketelhaven gaan we stuurboord uit het Randmeer op. Terwijl we rustig naar het zuiden varen breekt zelfs af en toe de zon door. De oevers bestaan uit hoog riet met bosjes bomen, heel vriendelijk. Nabij Kampen komen we door de Roggebotsluis. Als we aankomen gaat hij voor onze neus dicht dus we gaan braaf aan de kant liggen wachten. Heel lang duurt het niet want er is weinig hoogteverschil. Aan de andere kant van de sluis is het Randmeer breder en er liggen hier en daar eilandjes, sommigen met beschutte aanlegplaatsen. Maar nu gaan we naar Elburg. We zijn kennelijk niet de enigen. Met 5 boten varen we de, toch al volle, haven binnen. We varen helemaal naar het eind en vinden nergens plek. Terwijl we in de kolk keren worden we aangeroepen door een man bij het bottermuseum. Hij heeft wel een plek voor ons. We worden naar een plek gedirigeerd tussen de motorboot van de roepende man en een antiek vissersschip. Even verder liggen de botters van de club. Een riante plek midden in het dorp.
Het is nu gewoon mooi weer. Ik zet de fietsjes in elkaar en we fietsen, tegen de wind(best veel) naar Nunspeet. Pa opzoeken. In Nunspeet pakken we eerst Pa's rolstoelauto en gaan boodschappen doen bij de Lidl en AH. Makkelijk hoor zo'n auto. Na ons bezoek gaan we lekker uit eten op de markt in Nunspeet. (Spareribs voor mij, erg lekker). Daarna laden we de fietsjes in de auto en zoeven terug naar de boot. De bedoeling is om morgen nog een keer te gaan en dan terug te fietsen. Later op de avond maken we nog een wandeling door het mooie vestingstadje Elburg.

Zondagmorgen rijden we terug naar Nunspeet. Pa weer opgezocht, gezellig. Na afloop, ongeveer half 2, valt het weer behoorlijk tegen. Het waait hard en de zon is weg. Metty is hier niet op gekleed en wil liever niet op de fiets terug. Dus nemen we opnieuw de auto mee en besluiten nog maar een dag te blijven liggen. De rest van de dag doen we allerlei nuttige dingen, die ik me niet goed meer kan herinneren en 's avonds maken we weer een wandeling rond de stad. Hoewel het stadje overdag afgeladen vol is met toeristen is er 's avonds geen kip te bekennen. Op maandag gaan we na het ontbijt weer naar Nunspeet. Eerst nog even naar de Hema om zakdoeken te kopen voor Pa en mij. Deze keer laten we de auto achter waar hij hoort en fietsen terug naar Elspeet. Het is overigens maar een dik half uur fietsen. Het weer is wel best. Bewolking met af en toe zon. Ik pak de fietsjes weer in en we drinken nog een kop koffie met een vette Deense krakeling erbij. Lekker. We gooien de trossen los en verlaten Elburg. Weer het Randmeer op, dat hier Veluwemeer heet. Verder naar het zuiden. Het is nog steeds behoorlijk winderig, maar binnen in de stuurhut heb je daar weinig last van. Een eindje voor Harderwijk liggen verschillende eilandjes, zoals de Kwak, de Ral en de Snip. Wij kiezen voor het eiland Pierland (gesticht door meneer Pier, zoals de eilandbewaarder ons later vertelde). Het heeft een mooie beschutte baai met aanlegplaatsen. We liggen er koninklijk. Het hele eiland is bebost en je merkt niets van de, toch wel stevige, wind. We eten macaroni en lopen later het eiland rond. We maken nog een praatje met de beheerder die dus het hele seizoen op het eiland verblijft op zijn bootje en zittend achter zijn windscherm. Het lijkt ons een beperkt genoegen maar de man zegt dat hij het heerlijk vind en zijn vrouw, die er ook bij is durfde hem niet tegen te spreken.

De nacht van maandag op dinsdag is koud. We vertrekken vroeg naar Harderwijk, dat hier om de hoek ligt. Na een uurtje varen zijn we er. Ze zijn hier stevig aan het verbouwen. Er is een nieuw aquaduct, waar we overheen varen en de gemeentehaven wordt verbouwd. We vinden een plek aan de kade in de stad, waar het nu nog rustig is. We liggen er wel best maar de weg die er langs loopt is nogal lawaaiig. Ook passeren er drommen mensen, op weg van een groot parkeerterrein naar het Dolfinarium. Later komt er een nogal hoge motorboot naast ons liggen met vriendelijke mensen en een labradoedel. Jammer van het uitzicht maar dat was toch al niet zo geweldig. Ook hier is een eindje verderop een bottermuseum met diverse botters voor de deur. Het weer is niet best, er vallen nogal wat zware regenbuien. We proberen tijdens droge perioden boodschappen te doen en wat rond te wandelen maar nat worden we toch wel. 's Avonds komt zus Helmi op bezoek. Op de terugweg van Nunspeet naar Soesterberg komt ze hier toch langs. Ze heeft onze nieuwe boot nog niet gezien. We gaan gezamenlijk eten in een eetcafé in het centrum. Heel gezellig. Na afloop brengen we Helmi naar haar auto en keren terug naar de boot. We blijven nog een dag in Harderwijk. Het weer is iets beter geworden. Minder regen, maar nog steeds koud. We lopen wat door de stad, Metty schrijft haar stukje af en we zijn lang bezig, met een miezerige internetverbinding, om het stuk ook op de site te krijgen.

Op donderdagmorgen nemen we afscheid van Harderwijk. Weer het Randmeer op. We varen achtereenvolgens over het Wolderwijd, het Nuldernauw, het Eemmeer en het Gooimeer met ergens in het midden de Nijkerkersluis. Je moet hier goed uitkijken waar je buiten de vaargeul kunt en waar niet. We zien verschillende boten vlak naast de geul vast zitten. Na een tocht van 4-5 uur komen we in Het dorp Huizen. Bij de entree staan gebouwen in de stijl van een oude scheepswerf, kalkovens en meer scheeps aandoende huizen. Het blijkt allemaal nieuw en een Fletscher hotel. Het ziet er overigens wel aardig uit. Er loopt een lange vaart richting het dorp met een lange kade, waar we genoeg plaats vinden om te liggen. Er is zelfs stroom en als je een eindje loopt ook wc's en douches. Vlakbij de haven is het hoofdkantoor van de Lidl en een grote winkel met er tegenover een Karwei. Wat wil je nog meer. We willen hier een dag blijven en naar Naarden fietsen. Tenminste, als het weer wat beter wordt want nu is het miezerig. 's Avond kijken we een film op de boot.
De volgende dag gaat Metty douchen en ik wil het brandstoffilter controleren. Dat is even schrikken. Het filter zit helemaal vol met smurrie. Ik haal de boel uit elkaar om het schoon te maken. Dit is een filter dat je na reiniging weer kunt gebruiken. Maar het is zo vol troep dat ik er niet aan begin. Gelukkig is er een nieuw weggooi filter aan boord en dat zet ik er in. Ik wil ook in de tank kijken hoe de diesel daar eruit ziet. Niet zo best dus. Een soort vaste rommel op de bodem en wat zwevende troep erdoorheen. Maar weer een tankstofzuiger fabriceren. Ik vind in een watersportwinkel een bilgepompje en in het dorp halen we bij de Hema wat nylon kousjes waar ik een filtertje van kan maken. Ik laat Metty achter in het winkelcentrum en ga terug naar de boot om zo goed mogelijk wat rommel uit de tank te halen. Dit lukt min of meer voor zo ver ik erbij kan. Nu nog even diesel in het filter en ontluchten en dan kunnen weer varen. Dat lukt dus niet. Ik krijg geen diesel in het filter, hoe hard ik ook pomp met het handpompje. Ik doe natuurlijk iets fout maar ik kom er niet achter wat. Ten einde raad loop ik naar de havenmeester en die verwijst me naar een technisch bedrijf, waar ze me vertellen dat ze alleen buitenboordmotoren doen. Ze weten niets van inbouwmotoren. Toevallig staat er een man in de zaak die me aanspreekt en vertelt dat een vriend van hem die alles van motoren afweet verderop aan het sleutelen is. We lopen er samen heen en hij stelt ons aan elkaar voor en verdwijnt. De sleutelaar blijkt zeer vriendelijk en behulpzaam, maar kan helaas nu niet weg want hij is met een polyester klus bezig. Wel geeft hij me een aantal tips die ik kan proberen om mijn probleem op te lossen. Verder geeft hij me het telefoonnummer van iemand die volgens hem iedere dieseltank kan schoonmaken. Terug op de boot bel ik eerst die schoonmaakman. Hij wil wel helpen, maar gaat eerst met vakantie. In begin september gaat het misschien wel lukken. Dat zou wel ontzettend fijn zijn als de tank echt helemaal schoon kan worden. We zullen het zien. Tot het zo ver is maar regelmatig het filter controleren. Ik begin weer te prutsen aan mijn filter en uiteindelijk krijg ik toch de lucht er uit. Inmiddels is de dag wel om. Metty bakt een tartaartje en maakt wat sla voor het eten en na een afzakker gaan we vrij vroeg naar bed.
We blijven nog maar een dag langer want we willen toch nog naar Naarden fietsen. Het is bewolkt maar verder best aangenaam weer als we 's ochtends de fietsjes uitpakken. We hoeven niet veel mee te nemen want zo ver is het niet. Er loopt een fietspad min of meer langs de kust van het Randmeer naar Naarden. Eigenlijk rij je de hele weg door het bos met af en toe een doorkijkje naar het water. Vreselijk aardig. Een beetje heuvelend, maar mooi beschut tegen de stevige wind. Naarden blijkt ook erg aardig. Er is nog veel over van de oude vesting. Toeristen zijn er ook. We lopen er wat door de oude straatjes en bezichtigen het oude stadhuis uit 1603. Oorspronkelijk was het een gerechtsgebouw. Binnen waren een man en een vrouw die er alles van af wisten en er mooi over konden vertellen. Later lopen we het oude Arsenaal binnen maar dat is aan de binnenkant dus helemaal niet oud. Er is een enorme expositie van binnenhuisarchitectuur van onder meer Jan des Bouvrie. We hebben er een aardig tijdje rond gelopen. Na afloop drinken we op een terrasje een kopje koffie voor we terug fietsen naar de Huizer haven. Weer door hetzelfde bos, maar een beetje andere route omdat we ergens verkeerd reden. Metty maakte een lekker prutje voor het eten en na afloop lopen we nog een eind door het dorp in het donker. Morgen gaan we weer een stukje verder.