Franeker
Door: Metty
Blijf op de hoogte en volg Metty en Peter
15 Juli 2022 | Nederland, Middelharnis
Franeker,
En nu zijn we weer thuis, maandag 11 juli. Reis opgeschort. Peter voelde zich zo ellendig dat hij liever thuis wilde uitzieken. Hij belde zijn grote broer en die was zo lief ons te halen en naar huis te brengen. Wel even wennen weer. Van vakantiesfeer naar thuissituatie. Maar inmiddels begint het thuis weer aardig te wennen. Het ging zo;
We zijn gisteravond nog naar musica nautica geweest (donderdag 7-7). Het muziekspektakel hier aan de haven. Best mooie muziek maar je kon er maar beter niet te dichtbij staan. De decibellen vlogen je om en met name ook in de oren. De stapedius reflex maakte overuren en het slakkenhuis kromp in elkaar om zijn trilhaartjes goed te kunnen beschermen zodat, ook straks in latere jaren, de opgevangen trillingen doorgegeven kunnen blijven worden aan de gehoorzenuw. We zijn dus niet heel lang dichtbij blijven staan. Een paar kilometer verderop lopen en het was ook nog prima te horen. De volgende dag, vrijdag, heeft Peter witte blaren in de mond. Ontsteking in de mond? P ziet dat er aan de kade een tandarts zit. Hij belt en vraagt of hij mag komen. U als tandarts pensionado altijd. Alleen hebben wij een probleem, onze tandarts is ziek. Probeer de tandarts in Sommelsdijk. Peter spreekt met Mieke, de assistente. Kom maar. Dat is dan een klein eindje lopen. Sommelsdijk ligt tegen Middelharnis aan. Een mooi voormalig oud vissersdorpje. We lopen er heen, het is lekker weer. P mag bij Mieke aan de balie even vertellen wat zijn adres en woonplaats is. Mieke is een vrolijk en opgeruimd iemand. Mieke tikt en vraagt dan of P de woonplaats even kan spellen. P spelt het….iets te snel. En dan zegt Mieke ‘dus uw woonplaats is Frankeren?’ Daar komt dus hakken en plakken weer om de hoek kijken. P herhaalt alles wat rustiger en vertelt er en passant even bij dat onze woonplaats eigenlijk Frjentsjer heet. Ze heeft nog nooit van de plaats gehoord. Later ga ik even naar de balie en vertel over Eise Eisinga, ons zeer beroemde planetarium. Mieke lacht en zegt dat ze er eens een kijkje zal gaan nemen mocht ze in de buurt zijn. Peter zit een tijdje in de stoel en ze hebben een fijn onderhoud. We moeten maar een spoelmiddel halen bij de apotheek, van Hees denkt dat het stomatitis herpetica is. Verder is er niet veel aan te doen. Met de apotheek lukt het niet. Later belt een collega van Mieke, we kunnen wel naar de drogist gaan om het spoelmiddel titri te halen. Dat doen we. Titri blijkt tea tree olie te zijn. Kun je ook mee spoelen. En de drogist heeft ook een heeeeel goed voedingssupplement met het aminozuur Lysine. Dat werkt heel specifiek tegen herpes. Peter zegt ‘geef me maar een zak van die pillen’ zo graag wil hij van die nare blazen af. We lopen door, weer naar Sommelsdijk want daar is een klein museum gehuisvest in vier kleine vissershuisjes. We lopen daar een mooie tijd rond. Het geeft een inkijkje in het leven van vissers en hun families hier in Middelharnis/Sommelsdijk maar ook beelden van de watersnoodramp uit 1953 en het leven in de oorlogsjaren 40-45. En dan het verhaal van Hansje. Hij ging als 12 jarige met de vissers mee om het vak te leren. Eerst als manusje van alles. Helaas trof hem een vreselijk noodlot. Hij sloeg overboord en stierf. In de vitrine ligt de laatste brief van Hansje aan zijn moeder. Hij heeft, volgens overlevering, deze brief geschreven vlak voordat hij overboord is geslagen. Mooi om te lezen. Hansje vertelt in de brief over wat er zoal gebeurt op het schip onderweg op zee en de havens die ze aandoen. En daarna trekt hij een conclusie en die stukjes beginnen steevast met ‘dus moeder’ of ‘dus moedertje’. Ze hoefde zich geen zorgen te maken, Hansje zou best gaan wat verdienen met dit werk, dat geld zouden ze gebruiken om eten te kopen. Hij rekende zijn moeder al voor waaraan het uit te geven en wat er daarna over zou blijven. Ze zouden er tijden van rond kunnen komen maar als het wel sneller op raakte dan gedacht dan zou Hansje zo weer mee kunnen op een reis want dat was hem al min of meer beloofd. Heel ontroerend deze brief. Er sprak een grote liefde uit van Hansje voor zijn moeder. We zetten ook een 3D bril op en zien nagespeelde scenes van de watersnoodramp. Het is bijzonder. Als je je hoofd helemaal omdraait zie je achter je ook beelden. En boven en beneden. Om 5 uur sluit het museum. We gaan eruit en op een terras zitten. Op het terras maak ik een foto van P. Hij ziet er al wat aangedaan uit met een iets rode en wat dikkere linkerwang. En hij is dan al misselijk met hoofdpijn. Maar het is niets in vergelijking met datgene wat nog gaat komen.
Dat merken we zaterdag 9-7 al. P wordt wakker met een dikke lip. Hij was ook om 5 uur al klaarwakker. Hij voelt zich ook slecht. Gisteravond at hij twee Lysine pillen en hij spoelde met enkele druppels tea tree. Niet met meer druppels spoelen want dat is weer levens gevaarlijk voor de slijmvliezen. Wat een stom spul allemaal. We kunnen in de ochtend terecht bij de dokterswacht in Dirksland, 6 km verderop. Een taxi bestellen lukt niet. Ja lukt wel maar ze komen niet. De havenmeester…de schat…brengt ons. We moeten bij het van Weel-Bethesda ziekenhuis zijn. De voortvarende vrouwelijke arts heeft het snel bekeken; gordelroos, in het gezicht. P mag een virusremmer halen bij de dienstdoende huisartsenpost ’t Hellegat. Ach, daarin kan P ook nog wel even afdalen, het kan nu toch bijna niet erger. Het is heerlijk weer. We hebben wel zin om die 6 km terug te lopen. Het tempo ligt laag anders wordt P meer misselijk maar het gaat zo. We lopen lekker. Op de boot eten we een broodje. P haalt daarna enkele boodschappen van de Ap, die is wat verder weg en ik ga met de kar naar de plus, veel dichterbij, voor meer boodschappen. Het is nu wisselend bewolkt en harder gaan waaien. Op de boot in de kuip is het fris. Binnen is het wel, met de zon op de ramen, 28 graden. P zit binnen met zijn fleece vest aan. Peter zijn linkerwang en kin, linkerlip, linkerslaap zijn rood, gezwollen. Nu tegen de avond is het rood doorspekt met witte stippen. Dat zijn de blaren. De blaren worden niet heel groot maar veranderen eigenlijk vrijwel direct de dag erna in korstmateriaal. Binnenin de mond is het erg pijnlijk met veel witte blaren. Het eten en drinken gaat ook slecht. We gaan toch maar slapen. P heeft weer een slechte nacht. Die misselijkheid en hoofdpijn wil niet weg.
Zondag 10 juli geeft Peter aan graag naar huis te willen. Hij wil de boot naar Schiedam varen. Stukje terug. Dat is een goede haven om de boot achter te laten. Zo gezegd, zo gedaan. Jaap had gisteren al aangeboden ons wel te willen komen halen. Gelukkig staat dat aanbod nog. We varen dus terug over het Haringvliet, ’t Spui op, de oude en dan de nieuwe Maas, nog een stukje Schie en we zijn weer in Schiedam. Daar pakken we alvast de dingen in die mee moeten naar huis. Ik loop nog 6 km hard. Eigenlijk ‘t zelfde rondje als de vorige keer. Mooi even naar het park.
Jaap is er vroeg op maandagochtend. Hij vertrok om 6 uur al uit Groningen. Hij heeft zeker 2 kopjes koffie verdiend. Gelukkig nam Jaap een krat en wat tassen mee om dingen in te pakken want de onze liggen in de auto in Grou bij het botenhuis. We pakken de laatste dingen uit de koelkast in en vertrekken. Dag boot. Tot…..? Gordelroos kan langdurig zijn. Klachten kunnen lang aanhouden. We moeten afwachten hoe het verloop bij P zal zijn. Misschien slaat de virusremmer goed aan. De tocht naar huis gaat prima. We drinken nog koffie bij Wieringerwerf in Wieringermeer en zijn daarna best vlot in Franeker. P slaapt de rest vd dag veel. Vele kleine, korte napjes. Hij gaat ook weer vroeg te bed. Nu eerst herstellen. Tot in Schiedam of wie weet alweer verder.
-
15 Juli 2022 - 21:58
Harold:
Beterschap!!!! -
16 Juli 2022 - 15:43
Willem Brandenburg:
Jeetje jongens, wat een pech! Peter, van harte beterschap gewenst en straks weer lekker varen. Groetjes van Willem en Ingeborg
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley