Langeoog
Door: Peter
Blijf op de hoogte en volg Metty en Peter
21 Augustus 2018 | Duitsland, Langeoog
Bij het vastmaken van de boot zak ik met één been tussen 2 planken door en kom tot mijn knie in het water. Mensen van onze buurboot wisten te vertellen dat vorig jaar iemand op deze manier zijn been gebroken had. Bij mij bleef het gelukkig bij een natte broek. Betalen deed je vroeger in een hok op de sluis, maar nu is dat veranderd in een betaalautomaat op een steiger na de sluis. Niet echt handig. Met z'n allen nog een keer aanleggen.
We gaan niet ver. Het weerbericht voor morgen is slecht. Regen en veel wind, en we willen dat uitzitten in een klein zijmeertje van het kanaal: de Flemhuder See. Na een paar uur varen laten we het anker zakken in de geheel door bomen omzoomde en volledig verlaten Flemhuder See. De rest van de dag regent het met soms onweer en waait het hard. Metty spoelt het zout uit mijn broek en verder doen we niet zo veel.
De volgende morgen halen we het anker op halverwege de morgen bij redelijk weer met af en toe zon, droog en niet te veel wind. We varen verder naar Rendsburg, ongeveer halverwege het kanaal. Het ligt aan een groter zijwater van het kanaal en de jachthaven ligt prachtig tussen de bomen in een hoek, vlak bij de stad. Er is plek genoeg. De halve haven is leeg. We proberen eerst te tanken maar de havenmeesteres komt pas aan het eind van de middag. Ook kan niemand ons de code van de toiletten vertellen dus dat wordt billenknijpen tot 4 uur. Inmiddels is het weer zachtjes gaan regenen. Desalniettemin lopen we de stad in om te zien of er de laatste 10 jaar veel veranderd is. Er wordt met name veel ver/gebouwd, maar het is toch nog wel erg herkenbaar. 's Avonds gaan we uit eten in het restaurant aan de haven. Het regent een beetje, maar we zitten buiten onder een groot zeil droog. Het is niet koud en de wind is even verdwenen. Het eten is heerlijk. Voor Metty een grote met kwark gevulde-folie aardappel en een gebakken schol voor mij. Prima.
Maandag 13 augustus. We gaan eerst maar weer eens boodschappen doen. Naar de Edeka deze keer. Uit het havenkantoor hebben we een foldertje meegenomen met een wandelroute door de stad langs alle bezienswaardigheden, met een korte beschrijving erbij. Het is maar 3,2 km. maar we doen er wel een paar uur over. Niet alle bezienswaardigheden zijn even bezienswaardig maar het is een leuke wandeling waarbij je de hele oude stad te zien krijgt.
De volgende morgen gaan we eerst tanken. We moeten wachten op een zeilboot met een gezin met 3 jongens die het allemaal prachtig vinden en alles van onze reis en de boot willen weten. Aardig.
Terug naar het kanaal en verder naar Brunsbüttel, waar we voor de sluizen aan een openbare steiger gaan liggen. Prima ligplek. Net als we van plan zijn iets te eten klaar te maken horen we geroep buiten en dat blijkt te komen van een Nederlands tallship, de Minerva. Ze willen graag op onze plaats liggen en dan kunnen wij tegen hen aan liggen. We hebben er eigenlijk geen zin in, maar wat moet je. Je moet je medemensen toch een beetje behulpzaam zijn. Dus we maken los en varen weg. De Minerva gaat met enige moeite aan de steiger liggen en wij ertegenaan. Achter de Minerva komt nu een groot Nederlands zeiljacht te liggen op de plek waar wij eerst hadden gelegen. We hadden dus gewoon kunnen blijven liggen.
Op het grote schip zijn ze vreselijk dankbaar en we worden direct aan boord uitgenodigd. We krijgen een rondleiding door het schip en later zitten we met z'n allen, met ook het echtpaar van de grote zeilboot in de bar van het schip aan de wijn en de lekkere hapjes. Het wordt heel gezellig. Op de Minerva zijn 4 bemanningleden die de boot naar verschillende evenementen varen. Ze komen nu van de Hanzedagen in Rostock. Er slapen geen gasten aan boord, daar is geen accommodatie voor. Ze maken met gasten alleen dagtochten. Zelf zeggen ze dat de Minerva een drijvende kroeg is. Er is in ieder geval genoeg drank aan boord, zoals we konden constateren. Bij de rondleiding zagen we ook de antieke motor uit 1935 geloof ik. Er zit geen keerkoppeling op en als je de andere kant op wil moet je de motor uit zetten, omschakelen en andersom draaiend weer starten. En dat starten gaat met perslucht. Dat kan niet te vaak, want dan is de perslucht op. Lijkt me een heel gedoe.
Als we weer op onze boot komen hoeven we niet zoveel meer te eten. We nemen nog een stukje kaas voor we te bed gaan.
Er was ook een nadeel aan de komst van de Minerva, dat we pas achteraf hoorden. Ze willen namelijk morgen zo snel mogelijk doorvaren naar Nederland en om 6 uur door de sluis. Wij zijn nu dus verplicht ook om die tijd klaar te zijn. En zo gebeurt het ook. Tegen zessen 's ochtends nemen we afscheid, waarbij Metty nog gauw een doos met een complete appel kruimel vlaai in de hand gedrukt krijgt (die hadden ze toch over), en even later liggen we met z'n allen in de sluis. Eénmaal op de Elbe varen we met de stroom mee geriefelijk naar Cuxhaven, waar we al om 9 uur aankomen. We varen onder de brug door naar de Stadthafen waar we een mooie plek langszij een drijvende steiger vinden. Het is een aardig klein en zeer beschut haventje, helemaal omringd door huizen.
De havenmeester is blij dat we er zijn, waarschijnlijk omdat bijna alle passanten naar de veel drukkere buitenhaven gaan. Hij is zeer behulpzaam en betalen doen we maar als we vertrekken. We nemen op de boot koffie met appeltaart. Lekker hoor. Helaas vindt Metty dat te veel appeltaart niet goed voor ons is en ze geeft de helft weg aan een stel passerende kinderen. Zonde. De rest van de dag slenteren we door de stad. Het is niet koud en als de zon af en toe even doorbreekt is het gewoon heet.
Cuxhaven lijkt sinds de laatste keer dat we hier waren opgeknapt te zijn. Veel mooie gevels en aardige voetgangersstraatjes met winkels en terrasjes. Er is zelfs ook een Lidl, wat wil je nog meer.
Na het eten lopen we langs de grote buitenjachthaven. Weinig veranderd daar. We klimmen op het bouwwerk aan de buitenkant en kijken uit over de Elbe, die daar zo breed is dat je de overkant niet kunt zien. Als we teruglopen door mooie wijken met grote deftige gebouwen krijgen we nog wat regen over ons heen. We schuilen even maar het stelt niet veel voor.
Donderdag 16 augustus. We blijven nog een dag in Cuxhaven. Ik moet nog aan een kaart zien te komen van de Oostfriese eilanden en het aanpalende zeegebied. Gisteren al in een paar winkels geprobeerd maar, gek genoeg, kon ik ze daar niet krijgen. Als we aan de koffie zitten komt de havenmeester langs. Zo gauw hij ons ziet zegt hij zeer beslist: deze boot is langer dan 12 meter, ik weet het zeker. Ik stamel nog: onze boot is elf meter achtzig, maar de havenmeester ligt al op z'n knieen met een meetlint op de steiger om de Nadia op te meten. Mijn aanbod om te helpen wordt bruusk afgewezen. Als hij overeind komt moet hij toegeven: u hebt gelijk, entschuldigung. Als ik hem vraag hoe hij er op komt dat onze boot langer is zegt hij: hij ziet er gewoon langer uit en, maar dat zegt hij niet, u heeft typisch het gezicht van een oplichter. Goed, we houden niet meer van deze havenmeester en bieden hem geen stuk appeltaart aan. We begrijpen nu ook beter waarom het zo stil is in zijn haven.
Om aan mijn zeekaarten te komen wil ik ze online kopen en downloaden. We zitten aan een goed werkende wifi waar we elke dag 1 GB mogen gebruiken. Ik dacht dat dat wel genoeg was. Maar dat was dus niet zo. Nadat die ene GB op was stond nog niet de helft van het kaartgebeuren op de computer. Dan maar verder met de telefoon als wifibron. Dat ging prima, maar ik kwam wel een heel stuk buiten mijn bundel. Nu kunnen we in ieder geval via de Duitse Bocht terug. Een andere mogelijkheid is nog een kanaal dat begint bij Ottendorf, iets oost van Cuxhaven, aan de Elbe. Het leidt via Bremerhaven, het Küstenkanaal en de Ems naar Delfzijl. We hadden eerder gehoord dat de sluis bij Ottendorf gestremd zou zijn, maar toen Metty ze belde begrepen ze daar niets van dat verhaal. De sluis draait gewoon. Maar de weerberichten zijn gunstig en we willen buitenom naar Langeoog of Norderney.
Vrijdag 17 augustus. Om kwart voor 7 roep ik de brug op (met hoog water kunnen we er niet onderdoor) en de brugwachter belooft om 7 uur de brug te openen. Met de Ebstroom varen we de Elbe af. Er staat een matige zuid-westelijk wind. Dus eerst half en later schuin tegen. Het begin is behoorlijk rustig, maar naarmate we verder naar het westen draaien begint het steeds meer te hobbelen. Behoorlijke slokken buiswater komen over de boot. Gelukkig rollen we nauwelijks maar stampen doen we wel. Na de passage van de Weser en de Jade mondingen wordt het rustiger. Pas als we dicht bij Langeoog komen gaat het weer wat harder waaien en komt er weer meer water over. We kunnen nog mooi met het tij bij Langeoog naar binnen lopen en om 4 uur leggen we aan in de jachthaven. Er is dan nog plaats genoeg. Later komen er nog vrij veel boten binnen. We vieren onze eerste Noordzeetocht met deze boot met een borrel en een hapje op het achterdek. Ik ga me melden bij de havenmeester die me, voorlopig, zo maar gelooft als ik zeg dat de boot 11 meter tachtig is. Na het eten lopen we weer een stukje in de buurt van de haven, maar niet te lang, want om half 11 gaan de douches dicht.
Zaterdag 18 augustus. We blijven vandaag om Langeoog te bekijken. Na het ontbijt haal ik de fietsjes uit de kelder en zet ze in elkaar. De haven en het dorp liggen nog al een eind uit elkaar. Er rijdt dan ook een treintje tussen haven en dorp om de gasten die met de veerboot komen te vervoeren. En dat zijn er best veel. We fietsen eerst tussen de weilanden en later door een bos en komen in het dorp in een gezellige drukte terecht. Veel winkeltjes en heel veel terrasjes. En overal zitten en lopen mensen. Bij een cafeetje hebben we koffie met Johannesbeerenkuche. Lekker hoor. We lopen door de duinen naar het strand. Met de stevige wind en de donkere wolken lijkt het niet aanlokkelijk om de zee in te gaan. Toch zijn er genoeg mensen die dat wel doen. We zoeken de fietsjes weer op en maken een ronde over het eiland. Eerst door duingebied later door weilanden en bosjes. Het ziet er allemaal aardig uit. In het dorp vullen we bij een supermarkt onze voorraden nog wat aan en fietsen terug naar de boot. Na het eten gaan we deze keer eerst douchen voor we de avondwandeling maken ivm de nachtsluiting van het toiletgebouw. Er zijn van de haven 2 wegen naar het dorp. We nemen de oostelijke weg, die voornamelijk tussen bosjes doorloopt. Mooi beschut tegen kille wind. Aan de buitenkant van het dorp slaan we een soort geitenpad in om via de andere weg weer naar de haven te komen. Dat lukt zonder probleem. Het bos waardoor we terug moeten is wel erg donker, ondanks de hier en daar verdwaalde lantaarnpaal.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley