Porto Kayio
Door: Metty
Blijf op de hoogte en volg Metty en Peter
05 Juli 2014 | Griekenland, Pórto Káyio
In Porto Kheli gaan we op maandag 23 juni in de vroege ochtend naar de kant. Laptop mee om te kunnen internetten. Veel taveernes zijn nog dicht, sommige gaan nooit weer open denken we. Ziet er zo verlaten uit. We lopen langs een hotel waar de gasten buiten onder een afdak, lekker in de schaduw hun ontbijt nuttigen. Het hotel ligt wat van de weg af met mooie groene bomen en bloeiende struiken eromheen. Dat ziet er goed uit, we gaan er gewoon bij zitten. Het duurt even maar dan komt er iemand naar ons toe en ja we kunnen gewoon koffie krijgen. Na de koffie lopen we verder. We kopen bij een marine-store een brandstoffilter en een nieuwe Griekse gastenvlag. De onze is alweer kapot gewaaid. Verder wandelen, dan blijf ik ergens hangen in een winkel en P loopt alvast verder, dan weer andersom. Totdat we de hele baai zijn rondgelopen en het is een fikse baai. Op het eind een kerkje maar dat is dicht. P. heeft een leuk idee. Laten we morgen een auto huren en naar Mycene (resten van een stad uit de oudheid) rijden en Nafplio (moet leuke plaats zijn) bezoeken. We gaan naar het autoverhuurbedrijf Helicars. Een aardige jonge vrouw helpt ons. Later zien we op het kaartje dat ze Angela heet. Ze heeft een geschikte auto en we kunnen die morgenvroeg om half negen ophalen. Dan (ik wilde dat eerder al ergens doen) waag ik een schot voor de boeg: “Wij komen uit NL. Onze koning heeft hier in Griekenland een vakantiehuis, weet u waar dat staat? Is dat hier in de buurt”? Jazeker, de baai uit en rechtsaf. Ik geloof niet het eerste mooie huis maar het tweede. Tussen Porto Kheli en Kranidi. Vanaf de weg zie je er niets van. Vanaf het water is het goed te zien. En…..WA was vorig jaar hier in de zaak. Met zijn bodyguard. Wist Angela veel. Er was telefonisch een grote huurauto besteld, op een bepaalde dag vanaf half 11. Op de bewuste dag komen er om 10 uur twee mannen de zaak binnen. Angela zei hen om nog maar even een half uur rond te lopen want de auto zou er half 11 zijn. Nee zei (achteraf) WA. Ik ga hier zitten wachten en ik lees wel wat. Hij was heeeeel aardig en heel simpel gekleed, gewoon korte broek en shirt EN…….hij zat daar. Angela wijst op de stoel waar P. nu in zit. Ooooo, dat korte broekje van P. gaat niet weer gewassen worden. Later was de bodyguard met haar meegelopen om de auto te halen. Toen had Angela gevraagd wie die man is. Weet ze dat niet? The king of Holland. Als we aan het eind van de dag onze huurauto terug brengen vertelt Angela ons dat de manager van WA gisteren heeft gebeld voor een huurauto binnenkort. Ik vraag welk merk auto ze gaan huren en wanneer. Ze zegt: a big one. Wanneer vertelt ze niet. Groot gelijk.
Uiteindelijk zitten we toch een tijd in een taveerne te internetten. P. wil iets betalen via de bank maar de versleutelaar ligt op de boot. Dat wordt dan de hele baai teruglopen, in de bijboot, versleutelaar halen en dezelfde weg terug naar de taveerne. Na een tijd komt hij terug met versleutelaar. Als hij de betaling heeft gedaan gaat hij terug naar de boot. Ik blijf nog even. Ik eet daar een ijsje want behalve een koekje van de bakker aten we nog niets en het is al laat in de middag. Later op de boot eten we de rest macaroni van gisteren met een salade erbij. En weer naar de kant om te wandelen. Het wordt een erg leuke wandeling. Berg omhoog, niet te steil, paadje in, kunnen niet verder, terug, weer ander paadje in, langs 1 huis waar mensen in het nu halfduister gezellig zitten te keuvelen op hun terras.
De volgende dag rijden we naar Mycene. Wij rijden er 2 uur over (kan korter maar P z’n tom op de mob. laat ons de de gekste kleinste weggetjes rijden. Nadat we in de gaten hebben (vrij snel natuurlijk) dat dat niet klopt, bepalen we zelf de route, onder andere door goed op de borden te letten). Het is wel een hele mooie route door de bergen en kleine dorpjes en later over een gloednieuwe asfaltweg (natuurlijk gesubsidieerd door Europa maar we gunnen het hen). Het oude Mycene is erg mooi. Het is er bloedheet trouwens. Er is een prachtig bewaarde toegangspoort tot de stad (liongate), begraafplaatsen voor de welgestelden van die tijd, een ondergrondse watervoorziening (op het diepse punt 18 meter) met punten door de hele stad om water te tappen. In het ondergrondse kun je nu een kijkje nemen. Nou ja kijkje, het is pikdonker. We dalen de stenen strappen af met eerst nog zonlicht op de rug maar na een bocht en de volgende afdaling zie je geen hand voor ogen meer. Ik heb een zaklampapp. op de mob. Dat helpt. Maar de treden worden smaller, korter en gladder. Het is vochtig down there. Ik glibber al een paar keer weg, ik moet Peter en mezelf bijlichten. Gaat moeizaam. Helaas gaan we terug naar boven. Ik was graag naar helemaal beneden, naar 18 meter onder de grond afgedaald. Volgende keer een extra zaklamp mee. Halverwege naar boven, in de bocht van de trapsput waar je nauwelijks kunt blijven staan komen we een groep Amerikanen tegen die aan het afdalen zijn en even een praatje willen maken. Wat is daar op het diepste punt? Weten we niet. We hoorden jullie praten waar komen jullie vandaan? We are Dutch. Dat dacht ik al. Mijn schoonmoeder komt uit Zeeland, ik dacht: ze spreken niet zoals schoonma maar wel Nederlands. Uit het noorden dus, ik dacht dat al, ik hoorde dat. Helemaal opgetogen. Ze horen echt alles, die Amerikanen. Peter heeft toch zeker geen noordelijk accent met z’n Scheveningse/Haagse roots. Maar goed. Hij blij. Boven uit de put slaat de hitte ons weer in het gezicht. Het is hier wel 36 of 37 gr. Misschien wel meer. In de put was het wel lekker koel. Het leven op deze heuvel, Mycene, gaat terug tot 3000 jaar BC. Er zijn verschillende steden geweest, op elkaar gebouwd. Mycene is van tussen de 16-e en 12-e eeuw BC. Een beschaving die volgens de folder verandering bracht in de Griekse oudheid. Een klein eindje verderop bezoeken we nog de “Treasury of Artreus”. Een tholos thomb van 1250 BC. Niet zooo oud. Wel indrukwekkend. Het lijkt een heel hoog groot ei met een enorme toegangspoort. Verschillende, waarschijnlijk belangrijke, ouden werden hier begraven met heel veel schatten voor in het hiernamaals. Die schatten zijn later geroofd. En ja, de tombe is leeg, geweldige akoestiek (wat moesten ze daar dan mee in het hiernamaals?), ik zing een stuk van een lied. Dat kan hier heel goed.
Even koffie op een koel terras. Door naar Nafplio. Daar kun je ook met de boot liggen. Dat moeten we dan nog maar eens doen want het is er ge-wel-dig. Goede sfeer. Mooie oude gebouwen, leuke steegjes en straatjes, overal tussendoor trappen onhoog of naar beneden, gezellige terrasjes, fantastisch leuke winkeltjes die helaaaas dicht zijn (SIESTA). Altijd weer die siesta, bah. Veel creatiefs: schilderingen op doek, sierraden, kleding, een pottenbakker, dingen voor kinderen: poppen, doeken, borduursels. Heel veel maar het meeste is dicht. Een plek naar m’n hart, heerlijk artistiek en creatief. Gaan we nog eens naar toe, voor of na de siesta, of gewoon langer: enkele dagen. Er is daar in Nafplio ook een kasteel hoog op de berg. Kunnen we dan tzt ook gelijk bezichtigen. Aanrader. We gaan terug naar de boot en daarna eten bij een taveerna op de kant.
De dag erna vertrekken we vroeg naar Ieraka. Het koningshuis zien we niet. Dat is de andere kant op. Bovendien is het (zoals zo vaak de laatste tijd ‘s ochtends, het lijkt wel of het al augustus is) erg nevelig. Wij varen zuidelijk naar de oostkant van de eerste vinger (vanaf de Aegean sea). De zon komt iets door maar er zit een dikke nevelsluier voor. Dat maakt het op het water wel heel erg mooi en…….niet al te heet. Deel op de motor, geen wind. Na een poosje komt er een groep dolfijnen langs. Ze zwemmen een tijdlang voor de boeg. Prachtig is dat. Je ziet ze van heel dichtbij als je over de preekstoel hangt. Voor het eerst dit jaar dat we ze zien. Ik maak allerlei geluiden , P.vindt dat niet goed en denkt dat ik ze wegjaag maar ik communiceer juist met ze. Ze vinden het leuk want ze blijven lang bij de boot en…….ze geven het door aan een andere groep dolfijnen want als de eerste groep weg is duikt er even later een tweede groep op die ook een tijdlang voor de boeg meezwemt. Het zijn andere dolfijnen. Later op de video zien we dat. De eerste groep dolfijnen was dikker achter bij de staart. We zeilen ook even, heel even want er is even wind. Met grootzeil en fok op, aan de wind. Later meer halve wind totdat de wind weer afneemt en wegvalt.
Vlak voor Ieraka neemt de wind weer toe, tegen. We kunnen niet zien waar we heen moeten. De koers is goed maar we gaan recht op een grote hoge steile rotswand af. Daar ergens is een spleet, daar kun je doorheen, erna rechtsaf en dan ben je in het plaatsje Ieraka. Uiteindelijk zien we het gat en dan belanden we in het zeer pittoreske plaatsje Ieraka. Kleine smalle rivier, waarin te ankeren is. Aan weerskanten enkele huizen tegen de berg aan. De rivier loopt door, wordt smaller maar daar is het te ondiep voor de meeste boten en eindigt in een baai. Allemaal heel klein, heel eenvoudig maar ontzettend mooi. Er liggen twee boten voor anker, een Nederlander en een Belg. Wij kunnen er nog mooi tussen liggen. Dan is het ook vol. Het is onze bedoeling om op de boot te eten. We gaan al zo vaak uit eten. Maar als we in de namiddag naar de kant gaan worden we hartelijk opgevangen en begroet door de eigenaar van de eerste taveerna (er zijn drie. Meer taveerna’s dan huizen). We drinken daar wat en kunnen op het internet het weerbericht bekijken (ja, wifi is hier ook hoor). We zitten daar zo prachtig en het is er zo idyllisch: we besluiten spontaan om daar dan ook maar een hapje te eten. Ik krijg paprika’s gevuld met feta , Peter eet een worstje en we delen een rodebietensalade die erg lekker is. Alles is lekker. Maar ja, wat wil je in zo’n omgeving. Na het eten lopen we naar het einde van de baai. In het donker zien we een bord met: “ancient acropolis of Zarax”. De weg gaat steil omhoog. Het is warm, we zijn moe maar lopen toch de berg weer op, op zoek naar dat Zarax. We klimmen een eind, zien en komen in tuinen van verschillende Grieken omdat we denken: hier is het. Maar het is er steeds niet. In het nu volledige duister zien we ook niet veel meer. Misschien was het toch die puinhoop met stenen daarboven waarvan we dachten dat het iets anders was. Niet gevonden. Terug naar beneden, terug naar de boot, Peter wil de dieselleidingen nog controleren. Laatst hield de motor ermee op omdat de leidingen vervuilt waren. Nu in de gaten houden. Ze blijken schoon gelukkig. Morgen hebben we een kaap te ronden. Een kaap die berucht is, berucht om de harde winden die er altijd staan. Brrrr, een goede motor, die het doet is dan belangrijk. Alles lijkt goed dus. Het was een hete dag en P was net een tijdlang bezig in de nog hete motorruimte, controle leidingen. Nu nog even afspoelen onder de douche op het achterdek. In de kuip kijken we daarna naar de lichtjes bij de taveerna’s aan de kant. Heel dichtbij. De gasten zijn weg. De Griekse families zitten op hun eigen terrassen naar een voetbalwedstrijd te kijken. Wij genieten mee.
We vertrekken om 6 uur in de ochtend, donderdag 26-6. Motor aan, er is geen wind. Vlakbij de kaap maken we veel foto’s. Het is me toch een kaap. Imposant ding hoor. Ak. Maleas genaamd. Hoog, ruig, stoer en ongenaakbaar. Vreselijk onherbergzaam. Heeft toch ook wat. We kunnen ons goed voorstellen dat het hier verschrikkelijk tekeer kan gaan. De kaap is er ook berucht om en je ziet het eraan af: geteisterd door weer en wind, aangevreten, uitgehold maar daardoor ook prachtige patronen en lijnen in de rotswand door verschillende weersinvloeden. Wij varen doodleuk voorbij in totale windstilte. Heeeeerlijk, net mijn ding (hier). Zo kun je nog eens rustig mooie foto’s maken en filmen. Op naar de tweede kaap op deze eerste vinger. Minder imposant met een lage lange uitloper naar zee. Wel glooiend, hier staan wel huizen op. We zijn weer in de Ionische zee. We varen door naar Nisos Elefonisos. Aan de westkant van de eerste vinger. De baai daar is open naar het zuiden. Veel noordwestelijke winden hier (prevailing winds) maar net vandaag……..
Het is hier prachtig met superblauw, helder water, een mooi langgerekt strand en achter dat strand zie je de volgende baai. We zwemmen twee keer. Heerlijk fris, bijna koud water. De wind neemt toe. Toch meer uit het zuiden. ’s Nachts afschuwelijk liggen rollen. Swell en hoe. Midden in de nacht was ik er even uit, dronk wat water, hoorde de wind, zachtjes maar duidelijk en huilerig in het wand en branding van oude golven tegen de rotsen. Deze baai heeft iets naargeestigs. Zeker iemand die ooit naar aan z’n einde kwam hier. In de vroege ochtend van de volgende dag vertrekken we weer. Zes uur. Wegwezen hier. Even great zeilen: 12 kn.wind, snelheid van 7 kn. met grootzeil, fok en bezaan. Aan de wind, geen golvend die de snelheid hinderen. Maar dat alles valt weer weg en we gaan verder op de motor. Wederom een onstabiele lucht met wolken, rare wolken, nevel en een piepklein, dun verhuld zonnetje. Kil dus ook. Later op de dag komt de zon (meestal zo) beter door en wordt het toch warm(er) of soms ook wel heet. Maar zo heet als in voorgaande jaren is het nog niet geweest (is ook fijn maar zo anders). We gaan naar de oostkant van de tweede vinger. Naar de plaats Kayio.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley